In hoofdstuk 16 van het HOM wordt de opbouw van een plan behandeld inclusief tips wat en hoe te presenteren. 60% blijkt vooral nonverbaal te zijn nog geen 10% van het oordeel van de presentatie gaat om de inhoud. 12 tips: 

1. Zorg dat je goed staat, voeten iets uit elkaar, evenwijdig aan schouders. Het maakt dat je draagvlak in evenwicht is en daardoor kom je ook evenwichtig over. Dus nooit benen kruisen (afgesloten houding), wijdbeens gaan staan (groter voordoen dan je bent) of voeten vlak tegen elkaar (maakt wankel, samengeknepen billen).
2. Laat je armen gewoon hangen. Wanneer je in je verhaal zit gaan deze als vanzelf meebewegen. Verstop je handen niet in broek- of jaszakken, houdt ze niet achter je rug en doe je armen niet over elkaar. Al deze houdingen duiden erop dat je iets “achter” houdt of geven je een nonchalance waardoor je minder betrouwbaar  en minder toegewijd overkomt. Vooral voor mannen is het not-done om de handen voor hun ‘zaakje’ vast te houden. Dat hoeft geen uitleg neem ik aan:-)
3. Wacht met spreken tot je de aandacht krijgt en begin niet wanneer je nog je stoel aan het verschuiven bent. Vraag zo nodig om aandacht als er nog rumoer is.
4. Kijk je publiek aan en  beperk je niet tot een of twee personen (bv alleen de voorzitter), want dan zal de rest zich niet aangesproken voelen. Kijk dus rond en vermijd  blikken naar het plafond, de grond of het raam. Wanneer je iemand aankijkt voelt deze persoon zich verplicht om te luisteren. Wanneer je langer naar iemand kijkt aan het einde van een zin, krijgt deze persoon de neiging om te antwoorden of op een andere manier te reageren, een bevestigde hoofdknik bijvoorbeeld.
5. Sta gewoon rechtop. Een ingezakte houding maakt je boodschap zwak, maar ga niet overdreven strekken, waardoor je je schouders optrekt en je adem afgekneld raakt. Dat maakt een gespannen indruk en dan zal  je publiek zich ook ongemakkelijk gaan voelen. Vaak staan mensen met het gewicht op één been, gecompenseerd met een arm in de zij. Ook dat geeft een krachteloze indruk.
6. Laat je lichaam zoveel mogelijk zien, zodat je open en betrouwbaar overkomt. Verschuil je dus niet achter de leuning van een stoel of achter een katheder. Het allerergste is wanneer mensen zo over de leuning van de stoel gaan hangen dat ze hun kont naar achteren steken. Typisch iets wat mannen doen, maar het leunen komt krachteloos over en zwakt je teksten af. Het doet mij ook denken aan iemand die naar de WC moet. Vrouwen doen dit zelden, vanwege de inkijk:-)
7. Verschuil je evenmin achter een stuk papier! Wanneer je persé iets moet voorlezen, houd het vel dan laag zodat je gezicht zichtbaar is. Kijk vaak op van het vel. Zorg dat je van tevoren goed weet wat er staat. Als het even kan, vermijd dan vellen papier. Dat geldt trouwens ook voor een powerpoint. Vaak verschuilen mensen zich hierachter en realiseren zich niet dat ze eigenlijk veel harder moeten werken voor hun aandacht! Denk maar aan die 55% lichaamstaal.
8. Houd je stem laag. Een hoge stem kan zenuwachtig of zelfs angstig overkomen en dat leidt weer af van je boodschap. Vooral vrouwen hebben de neiging hun stem  hoger te maken omdat ze vriendelijk en aardig over willen komen, maar het maakt hen minder krachtig. Wat helpt is buikademhaling en ademsteun. Dat kun je thuis oefenen. Voel eens waar je adem zit wanneer je een geur opsnuift of wanneer je een puisje wegblaast. Daar zit je ademsteun en wanneer je hier bewust van raakt zul je merken dat je makkelijker harder kunt praten, dus krachtiger klinkt. Bovendien kan het helpen om je zenuwen op die manier de baas te zijn.
9. Zorg dat je stem de hele groep bereikt. Wat helpt is duidelijk richten. Richt je daarom eerst op de persoon die ver weg is om het volume van je stem te bepalen. Op het moment dat je echt iets aan die persoon wilt vertellen gaat het als vanzelf goed. Maar als je de tekst maar zo’n beetje voor jezelf mompelt en ben je meer naar binnen gericht dan naar buiten, dan gaat het mis. Wanneer je adem laag is, klinkt het makkelijker luider dan wanneer je met een hoog stemmetje gaat praten.
10. Subteksten komen sterker over dan de daadwerkelijke tekst. Vind je het zelf belangrijk wat je zegt, dan gaat het als vanzelf goed. Maar als je zelf niet gelooft wat je beweert, dan gaat het mis. Zeg dus alleen dingen waar je achter staat. Wanneer je trots bent op wat je doet, durf daar dan vooruit te komen. Anderen zullen je geloven.  Zet bescheidenheid even aan de kant tijdens je pitch. Vrouwen hebben nog wel de neiging om veel te glimlachen, zodat ze aardig overkomen. Maar ook dat kan juist de boodschap zwakker maken en werken als een relativering.
11. Probeer eens op een andere manier te beginnen dan eerst je naam en je dienst zoals de meesten doen. Begin met een vraag of met een stelling. Verpak je boodschap  in een korte anekdote. Roep een probleem op. Pas in de pay-off (de uitsmijter) van je verhaal zeg je wat je doet of welke oplossing je hebt. Op die manier houd je veel langer de aandacht vast, men wil immers de ‘uitkomst’ weten.
12. Ook in kleding kun je onderstrepen wat je wilt uitstralen en op welke doelgroep jij je richt. Dat klinkt zo vanzelfsprekend, maar toch doen veel mensen dit niet. Soms moet die stropdas nou eenmaal en vergeet dan niet je schoenen te poetsen. Welk imago je jezelf dan ook aanmeet, het kan altijd verzorgd zijn. Nagels worden vaak vergeten. Je presenteert heel anders op gymschoenen dan op naaldhakken.

Via Ondernemerslog