Hoofdstuk 1 en 2: ‘Online haatboodschappen binnen een uur verwijderen’

 

Terroristische en haatboodschappen vormt een groot (online) risico voor de Europese burgers. Daarom moet de verspreiding ervan zo snel mogelijk worden tegengegaan. De Europese Commissie beveelt een flink aantal procedures en specifiekere bepalingen aan om dergelijke content verder te beteugelen en sneller te verwijderen. Daaronder de bepaling dat deze content binnen een uur na verschijnen verwijderd moet worden. De aanbevelingen voor betere procedures en maatregelen zijn bedoeld voor de EU-lidstaten en voor technologie-ondernemingen met online contentplatforms. Ze hebben betrekking op alle vormen van illegale content: terroristische boodschappen, het aanzetten tot haat en geweld, materiaal dat seksueel misbruik van kinderen bevat, namaakproducten en inbreuken op het auteursrecht. 

 

Aanbeveling

De aanbeveling bouwt door op de samenwerking met de sector, zoals Facebook en Twitter, die al loopt in de vorm van verschillende vrijwillige initiatieven om illegale inhoud van het internet te bannen. Daarnaast versterkt ze de maatregelen in het kader van andere initiatieven, zo hoopt Europees Commissar Andrus Ansip (digital single market).

Volgens Ansip ondermijnt de bovengenoemde content het vertrouwen van de burgers in het internet en brengt ze veiligheidsrisico’s met zich mee. Hoewel de Europeanen al beter worden beschermd op het internet, moeten de platforms dubbel zoveel inspanningen gaan leveren om illegale content sneller en efficiënter offline te halen.

Vrijwillige maatregelen

Vrijwillige bedrijfsmaatregelen worden door de Commissie aangemoedigd door middel van het EU-internetforum over terroristische online-inhoud, de gedragscode voor de bestrijding van illegale haatuitingen op internet en het memorandum van overeenstemming over de verkoop van namaakgoederen. Deze maatregelen hebben vruchten afgeworpen, maar er is nog veel ruimte om de doeltreffendheid te verbeteren. Ansip zegt:

Onlineplatforms worden stilaan onze belangrijkste toegangspoort tot informatie en zij dragen dan ook de verantwoordelijkheid om hun gebruikers een veilige omgeving aan te bieden. Wat offline illegaal is, is dat ook online. Verschillende platforms verwijderen meer illegale inhoud dan ooit tevoren. Hieruit blijkt dat zelfregulering kan werken, maar toch moeten we nog sneller actie ondernemen tegen terroristische propaganda en andere illegale inhoud die een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid, beveiliging en fundamentele rechten van onze burgers.

Strengere aanpak

De EC heeft in september 2017 richtsnoeren vastgesteld en gemeenschappelijke instrumenten omschreven om illegale content die aanzet tot haat, geweld en terrorisme, snel en proactief op te sporen en te verwijderen, en te voorkomen dat deze opnieuw verschijnt. Voorheen was er al druk uitgeoefend op online platforms om haat- en vergelijkbare boodschappen beter aan te pakken. EU-lidstaten zoals Duitsland en het VK willen nog strengere maatregelen.

De Commissie heeft ook aangegeven dat andere maatregelen, zoals wetgevingsmaatregelen, nodig kunnen zijn om illegale inhoud offline te halen. Sindsdien heeft de Commissie er bij onlineplatforms op aangedrongen sneller meer inspanningen te leveren om illegale online-inhoud, en met name terroristische inhoud, zo snel mogelijk tegen te gaan, op te sporen en te verwijderen.

Verdergaande maatregelen

De maatregelen die illegale content beter moeten aanpakken, zijn:

  • Eén-uurregel: aangezien terroristische inhoud het schadelijkst is in de eerste uren nadat deze is verschenen, zouden alle bedrijven dergelijke inhoud als een algemene regel moeten verwijderen binnen één uur na de melding ervan.
  • Snellere opsporing en effectieve verwijdering: internetbedrijven moeten niet alleen op meldingen reageren, maar ook proactieve maatregelen treffen, waaronder geautomatiseerde opsporing, om effectief en snel terroristische inhoud te verwijderen of te blokkeren en ervoor te zorgen dat deze niet opnieuw opduikt. Om kleinere platforms te helpen, moeten ondernemingen passende technologische instrumenten delen en optimaliseren en regelingen treffen voor betere samenwerking met de betrokken instanties, zoals Europol.
  • Verbeterd meldingssysteem: er zijn versnelde procedures nodig om meldingen zo snel mogelijk te verwerken en de lidstaten moeten ervoor zorgen dat ze over de nodige vermogens en middelen beschikken om terroristische inhoud op te sporen, te identificeren en te melden.
  • Periodieke rapportage: de lidstaten moeten op gezette tijden, bij voorkeur om de drie maanden, verslag uitbrengen aan de Commissie over de meldingen en de follow-up ervan, maar ook over de algemene samenwerking met bedrijven om terroristische online-inhoud in te dammen.

Voorgestelde procedures

Verder worden er operationele maatregelen voorgesteld om procedures aan te scherpen:

  • Duidelijkere meldings- en actieprocedures: ondernemingen moeten eenvoudige en transparante regels invoeren voor de melding van illegale inhoud, inclusief versnelde procedures voor “betrouwbare flaggers”. Om te vermijden dat legale inhoud onbedoeld wordt verwijderd, moeten de aanbieders van de inhoud op de hoogte worden gesteld van dergelijke besluiten en de mogelijkheid hebben om bezwaar aan te tekenen.
  • Efficiëntere instrumenten en proactieve technologieën: ondernemingen moeten duidelijke meldingssystemen voor gebruikers invoeren. Zij moeten over proactieve instrumenten beschikken om illegale inhoud op te sporen en te verwijderen, met name voor terroristische inhoud en inhoud die ook zonder context als illegaal kan worden beschouwd, zoals namaakgoederen of materiaal dat seksueel misbruik van kinderen bevat.
  • Sterkere waarborgen voor grondrechten: om ervoor te zorgen dat accuraat en gegrond wordt beslist om inhoud te verwijderen, vooral als er geautomatiseerde instrumenten worden gebruikt, moeten ondernemingen doeltreffende en passende waarborgen inbouwen, zoals menselijke supervisie en controle, waarbij de grondrechten, de vrijheid van meningsuiting en de voorschriften inzake gegevensbescherming volledig in acht worden genomen.
  • Bijzondere aandacht voor kleine ondernemingen: bedrijven moeten op basis van vrijwillige regelingen samenwerken en ervaringen, beste praktijken en technologische oplossingen (zoals instrumenten voor automatische opsporing) uitwisselen. Vooral kleinere platforms met beperktere middelen en expertise moeten voordeel hebben bij deze gedeelde verantwoordelijkheid.
  • Nauwere samenwerking met de autoriteiten: als er bewijs is van een ernstig strafbaar feit of een vermoeden dat illegale inhoud mensenlevens in gevaar brengt of veiligheidsrisico’s in zich bergt, moeten bedrijven de rechtshandhavingsinstanties onmiddellijk op de hoogte brengen. De lidstaten worden aangemoedigd passende wettelijke verplichtingen vast te stellen. 

 

Foto boven: Deredactie.be