Hoofdstuk 3 en 4: ‘Nederland wil regie over eigen klantreis’

Driekwart (75%) van de Nederlanders heeft er vertrouwen in dat hun woonwensen ooit werkelijkheid zullen worden. Toch maakt de helft van de ondervraagden zich zorgen over zowel de huidige als toekomstige ontwikkelingen op de woonmarkt in Nederland. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van een platform.

Iedereen in Nederland zou in staat moeten zijn om zijn eigen toekomst financieel vorm te geven met of zonder hulp van een professional. Daarbinnen neemt wonen een belangrijke rol in, vindt de onderzoeker, The Platform Engineer uit Delft. De woonmarkt blijft echter roerig en zal altijd fluctueren. Een mensenleven verloopt ook niet altijd lineair; er kunnen allerlei levensgebeurtenissen plaatsvinden, zoals scheidingen, overlijdens, veranderingen in inkomsten of de geboorte van kinderen. Daarom is persoonlijk inzicht in de financiële toekomst van groot belang.

Van de ondervraagde consumenten weet 92% wat hun woonwensen voor de lange termijn zijn. Tegelijkertijd maken de ondervraagden zich zorgen over de ontwikkelingen op de huidige woningmarkt (45%) en over de toekomst van de woningmarkt (54%) met betrekking tot de realisatie van hun woonwensen.

Jongvolwassenen maken zich zorgen

Over het algemeen maken jongvolwassenen zich meer zorgen dan dertigplussers. Zowel over de huidige woningmarkt (64% versus 43%), als over de nabije toekomst (67% versus 52%). Ook is een grote groep (78%) zich ervan bewust dat levensveranderingen, zoals scheiden en arbeidsongeschiktheid, de financiële realisatie van de woonwensen kunnen beïnvloeden.

Meer maatwerk in financiering

Zo zegt Prof. Dr. Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems bij de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft over dit onderwerp:

 

Om duurzame huizen te bouwen voor de toekomst moeten we ook anders naar de financiering gaan kijken. Financiële planning speelt daarin een cruciale rol.” Hij legt uit: “Er moet naar de situatie van woningzoekenden worden gekeken en dat moet veel meer maatwerk worden. De achtergrond van mensen meenemen. Wat is hun potentie? Daarbij moet je niet alleen naar het huidige inkomen kijken, maar rekening houden met de perspectieven die ze hebben.” Hij besluit: “Daarin wordt financiële planning dus steeds belangrijker. Dat is de toekomst. Nu al kijken wat straks nodig of mogelijk is.

Welke informatie willen consumenten ontvangen?

Ook werd onderzocht wat consumenten wel en niet willen met betrekking tot het verbeteren van die toekomstige financiële planning. Daarvoor is namelijk wel nodig dat aanbieder, intermediair en consument informatie uitwisselen. Uit het onderzoek blijkt dat consumenten vooral proactief informatie willen ontvangen over manieren om hun maandlasten te kunnen verlagen. Niet geheel verrassend zijn berichten over (mogelijk) slecht nieuws zoals scheidingen of werkloosheid minder populair. Juist deze grote gebeurtenissen hebben een grote impact. Het zou dus verstandig zijn om deze gebeurtenissen in de financiële planning op te nemen.

Igor Gavic, CEO, zegt hierover:

Anticiperen op life events of marktontwikkelingen kan alleen met goed financieel inzicht. Die inzichten helpen consumenten sneller hun financiële klantreis te doorlopen en stellen hen in staat om betere keuzes te maken.” Hij vervolgt: “Daarom geloven wij in een smart journey, waarbij de klantwens als startpunt wordt genomen. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de life events en persoonlijke wensen van de klant, evenals met marktontwikkelingen en wetswijzigingen. Maar er dient ook rekening te worden gehouden met het feit dat de verschillende fasen van het proces elkaar beïnvloeden.” Gavic besluit: “Dit ondersteunt de verdere digitalisering van de financiële sector en kan een belangrijke bijdrage leveren aan het aanpakken van de uitdagingen op de Nederlandse woningmarkt.”

Het onderzoek werd in het tweede kwartaal van 2023 uitgevoerd door Kien PanelWizard, in opdracht van TJIP, en omvatte de deelname van 1.200 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Gemiddeld woont 60% van de ondervraagden in een koopwoning waarvan zij (mede)eigenaar zijn.

[TUTORIAL] Hoofdstuk 1, 2 en 3: De customer journey (mapping) of klantreis en touchpoint #model #HOM #boek

 

Het volgen van het pad dat de klant betreedt richting een aankoop wordt klantreis of customer journey genoemd. In die customer journey wordt het pad beschreven van het bewustzijn van een product of dienst, de overweging, de feitelijke koop en het eventueel loyaal gedrag. De klantreis bevat veelal 4 of 5 fasen.

 

Fasering in het algemeen:

●● De fase van klantbehoefte en awareness. De klant ervaart – en wordt zich bewust – van een behoefte en gaat richting de oriëntatie
op de behoeftebevrediging.

●● De (koop)oriëntatie. De klant gaat op zoek naar oplossingen voor zijn behoefte, oriënteert zich op aanbieders en verzamelt mogelijke
oplossingen voor zijn behoefte.

●● Afweging van alternatieven. De klant heeft inzicht in mogelijke oplossingen voor zijn behoefte en maakt een afweging op basis van
product, prijs, service, ervaringen, eigenschappen en emotionele overwegingen, zoals perceptie en merkidentiteit.

●● De aankoop. De klant heeft een keuze gemaakt en heeft een koopintentie voor een specifiek product of een bepaalde dienst en neemt het product of de dienst af.

●● De consumptie en service, de klant is in deze fase klaar om het product in gebruik te nemen. Indien het gebruik niet helemaal in orde is, ontstaan er vragen, verlangens en eventueel klachten. Is hij tevreden en blijft hij klant?

●● Evaluatie en advocacy, de klant heeft in deze fase het product of de dienst in gebruik genomen en heeft ervaringen opgedaan. Op basis hiervan overweegt hij een herhaalaankoop of fangedrag, zoals het plaatsen van een review of fysieke aanbeveling. Is er sprake van een WOW-effect?

 

Lees verder

Hoofdstuk 1 en 2: ‘Meer inzicht in klantreis, maar centraal klantbeeld nog geen realiteit’ #onderzoek

Maar een kwart (24%) van de data-driven marketingsector heeft beschikking over gecentraliseerde en actuele data, blijkt uit het Data-Driven Marketing Onderzoek (DDMO) 2021 van DDMA, waarvoor medewerkers van 140 Nederlandse organisaties zijn ondervraagd. Ook de beschikbaarheid van data laat bij veel organisaties nog te wensen over. Bijna driekwart (72%) van de respondenten kan data alleen op aanvraag of bij specifieke afdelingen ophalen. 

Lees verder